Indien het spermogram herhaalde afwijkingen aantoont, wordt de patiënt naar de raadpleging andrologie verwezen. Tijdens deze consultatie wordt hij door de geneesheer ondervraagd teneinde eventuele steriliteitsfactoren uit te sluiten (gebrekkig verzorgde diabetes, prepuberale ziektes, enz.), ondergaat hij een onderzoek van de teelballen en desgevallend een bloedonderzoek met het oog op een hormoondosering of een caryotype.
Nadat de resultaten gekend zijn, zal de geneesheer een beslissing nemen over de aan te wenden methode (geprogrammeerde seksuele betrekkingen, intra-uteriene bevruchting, in vitro bevruchting) en de mogelijke behandelingen.