Voor professor Philippe Van der Linden is de dienst anesthesie-reanimatie van Brugmann-UKZKF, op de Horta-site, " het mooiste voorbeeld van sector-verschrijdend werken in de geschie denis van de Osiris-pool". En met het hem eigen enthousiasme is hij vastbesloten om in de toekomst nog beter te doen…
"De anesthesie staat op een
keerpunt". Twee jaar geleden
nam professor Philippe Van
der Linden, gewapend met die overtuiging,
de teugels over van de dienst anesthesie-reanimatie van Brugmann-UKZKF.
De uitdaging was enorm: hoe beheer je
een dienst van 36 geneesheren-anesthesisten
die moeten "pendelen" tussen twee ziekenhuizen? De 49-jarige anesthesist
koestert een
grote passie voor zijn beroep en bruist van
dynamisme. "De anesthesie omvat hier drie sectoren: de One Day Clinic
(dagkliniek), het
operatieblok voor volwassenen en het kinderziekenhuis. We willen die doen versmelten
tot één enkele dienst, maar met respect voor
ieders eigenheid", verklaart hij. "Vandaar dat we over 18
werkposten beschikken die verdeeld zijn over zeven technische plateaus:
de One Day Clinic, het operatiekwartier voor volwassenen, de Brien-site, de kraamkliniek,
de pediatrie, het Centrum voor Traumatologie en Reanimatie en een plateau voor
bijvoorbeeld scanneronderzoeken. Aan ons om aan
Brugmann-UKZKF een identiteit te geven die
onze kracht en onze trots uitmaakt."
Sectoroverschrijdend werken: een opportuniteit voor anesthesisten
Sectoroverschrijdend werken (transversaliteit), vereist een groot aanpassingsvermogen. “Bij
Brugmann-UKZKF behoort
de anesthesie niet tot het operatieblok. Dat
maakt het de anesthesist niet altijd makkelijk.
Hij kan bijvoorbeeld naar de endoscopiezaal
geroepen worden voor gal- of pancreasonderzoeken. Maar soms is hij ook nodig
voor neurologische onderzoeken die moeten gebeuren onder verdoving of sedatie.
Vooral bij kinderen, voor een “evoked response”-audiometrie bijvoorbeeld.
Tijdens dit onderzoek wordt de elektrische hersen-activiteit geregistreerd
als respons op een specifieke externe stimulus. Daarbij moet het kind rustig
en onbeweeglijk blij-ven, om een feilloze gegevensregistratie mogelijk te maken.
De anesthesist moet dus op verschillende
locaties werken, waardoor hij zich soms wat geïsoleerd kan voelen, ver
van zijn materiaal en zijn vertrouwde lokalen.”
Maar dit afwisselende takenpakket biedt uiteraard ook een fantastische opportuniteit
voor onze artsen, want op die manier kunnen ze hun polyvalentie bewijzen. “We
hebben meer kansen om ons als anesthesisten te ontwikkelen als we ons meer
gewaardeerd voelen in ons vak.”
In een hechte dienst werken
De dienst anesthesie van Brugmann-UKZKF biedt plaats voor 36 anesthesisten,
onder wie 20 erkende artsen en 16 artsen in opleiding. Dankzij die verhouding
krijgen jongeren een prima begeleiding
van hun oudere collega’s.
De dienst telt momenteel echter slechts 16 erkende artsen, terwijl hij met
vier extra artsen erbij op volle capaciteit zou kunnen draaien. Het probleem
is dat er te weinig anesthesisten zijn, een algemene
trend trouwens. Professor Van der Linden ziet daarvoor drie redenen.
"Het tekort heeft in de eerste plaats historische redenen: de chirurgie
is sneller
gegroeid dan de anesthesie omdat ze verdeeld is in verschillende sectoren (digestieve
chirurgie, pediatrische chirurgie
enz.) en zich in elk ervan heeft ontwikkeld. Anesthesie daarentegen is een “eenledige” dienst
en kent dus een tragere personeelsaangroei.
Een tweede reden is de levenskwaliteit. De anesthesist wordt zwaar belast en
klopt lange werkdagen: hij komt als eerste binnen in het operatieblok (vóór
de chirurg) en gaat er als laatste buiten. Vaste werkuren zijn voor hem allerminst
evident. Bovendien heeft hij vijf à zes keer per maand wachtdienst.
En niet te vergeten: de zware stress.
Een derde reden is het imago: een chirurg heeft bij het grote publiek een beter
imago dan een anesthesist."
Een vicieuze cirkel die Philippe Van der Linden absoluut wil doorbreken. "We
moeten bewijzen dat we onze levenskwaliteit
kunnen verhogen door de krachten te bundelen. Een unieke en sectoroverschrijdende
dienst zal ons imago verbeteren en aantonen hoe valoriserend
teamwerk is. Het komt erop aan de dienst te verenigen rond één
project."
En de sfeer op de dienst is prima! "Ongelofelijk hoe menselijk het personeel
zich opstelt. Een wachtdienstprobleem
krijgt altijd wel een oplossing. Er heerst hier een sterke solidariteit waarbij
altijd rekening gehouden wordt met anderen. Bovendien
is sectoroverschrijdend werken verrijkend:
we kunnen onze verschillen uit-spelen als troef. Dat is precies onze rode draad,
onze basisfilosofie."
Onderzoek en onderwijs: twee kernopdrachten
Ook klinisch onderzoek behoort tot de opdracht van het ziekenhuis. "Je
kunt de klinische kwaliteit onmogelijk verhogen
zonder aan onderzoek te doen. We moeten ons voortdurend vragen stellen en ze
proberen te beantwoorden, en de behandeling van onze patiënten permanent
verbeteren."
De dienst is dan ook bezig met diverse
onderzoeksprojecten. Elk project wordt toevertrouwd aan een “tandem” die
bestaat uit een kandidaat-specialist en een ziekenhuisassistent.
"We hebben hier ook heel wat kandidaat-specialisten, en als universitair
ziekenhuis
geven we ook onderwijs."
De projecten? Kwaliteit en doeltreffendheid…
Aan energie en projecten ontbreekt het de dienst alvast niet. Centraal staat
de verbetering van de kwaliteit, met een procedure in drie fasen. "Eerst
creëren we structuren waarmee we onze manier van werken kritisch kunnen
beoordelen. Bijvoorbeeld: met welke problemen krij-gen we te maken in onze
praktijk? (problemen
inzake intubatie, hypotensie, …). Dan verzamelen we gegevens, om na
te gaan of die problemen bijvoorbeeld te wijten zijn aan een slechte evaluatie
van de patiënt, een ontoereikende monitoring
enz. Ten slotte proberen we te kijken waar we extra moeten investeren om het
probleem op te lossen."
De tweede basispijler - die nog in de pijplijn zit - is de oprichting van een
dienst voor anesthesieconsulten. "Dat zou het contact met de patiënt
verbe-teren en een uitgebreider anesthesie-verslag opleveren, en dat een hele
tijd vóór de ingreep."
De patiënt zou twee tot drie weken vóór de anesthesie op
consult komen, waardoor er tijd zou vrijkomen om eventuele onderzoeken uit
te voeren of de patiënt voor te bereiden, zonder de ingreep te moeten
uitstellen. "Tijdens de evaluatie kan de anesthesist bijvoorbeeld
aan de patiënt vragen om enkele sessies ademhalingskinesitherapie te
volgen vóór de operatie of om de laatste
weken vóór de ingreep niet meer te roken.
Een betere voorbereiding vermindert
de kans op postoperatieve complicaties.
Het ziekenhuis is zich goed bewust van die noodzaak. Toch zijn we nog volop
de projectstrategie aan het uittekenen. Daar komt heel wat bij kijken:
lokalen, personeel enz."
Philippe Van der Linden is trots op zijn dienst. "Een gemeenschappelijke
visie ontwikkelen, vergt tijd. Maar we gaan de goede richting uit: Brugmann-UKZKF
begint stilaan iets te betekenen voor de buitenwereld. Mijn droom? Als we ooit
voldoende talrijk zijn op de dienst, zou ik graag een jonge assistent naar
het buitenland sturen voor een stage
van zes maanden. Dat zou een unieke ervaring zijn."
Auteur : Gwenaëlle Ansieau
Bron : Osiris News
(nr
3, december 2005-februari 2006)