In 2004, heeft Minister Rudy Demotte het initiatief genomen om een pilootproject “Babyvriendelijke Ziekenhuizen initiatief” te lanceren en dat in samenwerking met het Federaal Borstvoedingscomité en het directoraat-generaal Organisatie Gezondheidsvoorzieningen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
In december 2006 werd de tweede fase van het “Babyvriendelijke Ziekenhuis initiatief” gelanceerd door een oproep aan alle materniteiten in België.
Op 8 februari 2007 heeft het Federaal Borstvoedingscomité alle kandidaturen geëvalueerd en de 10 beste geselecteerd:
Tussen maart 2007 en januari 2008 zullen deze tien ziekenhuizen zich inspannen om dit BFHI-certificaat te verwerven. Daarna zal een team van externe deskundigen hen evalueren volgens het daartoe voorziene internationale protocol. Als ze het certificaat behalen zal een bedrag van 10.000 euro uitgekeerd worden.
Het project kadert in een programma van de Wereldgezondheidsorganisatie en UNICEF. De hoofddoelstelling is te verzekeren dat iedere baby – en de moeder – van bij de geboorte de beste start krijgt voor een optimale gezondheid. De gezondheidsdiensten worden er toe aangezet om aan de ouders informatie en een kwaliteitsvolle begeleiding te geven, om het vroegtijdige ontstaan van de band moeder-kind te bevorderen, om borstvoeding te beschermen, te bevorderen en te ondersteunen
Het project zorgt voor de toekenning van het internationale certificaat « Baby Vriendelijk ziekenhuis » mits voldaan is aan het respecteren van verschillende voorwaarden.
Enerzijds moeten de ziekenhuizen een beleid uitwerken van informatie, bevordering, zorg en begeleiding, gebaseerd op de “Tien Vuistregels voor het welslagen van de borstvoeding”, uitwerkt door WHO en UNICEF.
Anderzijds moeten de ziekenhuizen een optimale voeding van pasgeborenen beschermen en bevorderen, dit vertaalt zich in het feit dat minimum 75% van de pasgeboren van bij de geboorte tot het verlaten van de materniteit uitsluitend borstvoeding krijgen en dat de Internationale Gedragcode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk gerespecteerd wordt.
Bron : FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (28/02/2007)