Twee nieuwe diensthoofden werden benoemd op twee kernafdelingen van het UVC Brugmann: prof. Charles Kornreich op de dienst Psychiatrie en dr. Rafik Karmali op de dienst Inwendige Geneeskunde. Een portret van beide artsen, die zeer sterk gehecht zijn aan het UVC Brugmann.
Op zijn 62ste is dr. Rafik Karmali benoemd tot hoofd van de dienst Inwendige Geneeskunde. Net als prof. Charles Kornreich (55 jaar) beschouwt hij zichzelf als 'een kind van Brugmann'. Na hun studies aan de ULB gingen beide artsen aan de slag in het UVC Brugmann, de één in 1980, de ander in 1989. Vandaag zijn ze er nog altijd actief. Vanwaar hun keuze om te blijven? Dr. Karmali: "Er heerst een aangename, gezellige sfeer in het UVC Brugmann. Ongetwijfeld mee dankzij de paviljoenstructuur en de prachtige tuin …" Prof. Kornreich is het daar volledig mee eens: "De meeste eenheden Psychiatrie in algemene ziekenhuizen zijn geïntegreerd in het ziekenhuis met een 'gemedicaliseerd' aspect. Hier is dat niet het geval, gezien de 'dorpsfilosofie' die we bewust hanteren."
Psychiatrie en inwendige geneeskunde, twee sleuteldiensten
Psychiatrie
en Inwendige Geneeskunde zijn twee sleuteldiensten van het UVC Brugmann.
Inwendige Geneeskunde is diep geworteld in de
geschiedenis van het ziekenhuis, onder meer
dankzij de studies over het fosfor-calciummetabolisme
die prof. Jacques Corvilain in de jaren 70 lanceerde en die werden voortgezet door de professoren Fuss en Body. Deze uitgebreide dienst bundelt
tal van specialisaties: cardiologie, nefrologie, endocrinologie,
hemato-oncologie, reumatologie, immuno-ergologie, pneumologie,
infectieziekten, fysische geneeskunde enz. De dienst Psychiatrie is
met 183 bedden een van de grootste afdelingen van het ziekenhuis
en tegelijk een van de grootste psychiatrische centra van Brussel.
Heel wat uitdagingen
Voor dr. Karmali is de grootste uitdaging van de Dienst Inwendige Geneeskunde het aanwerven van nieuwe artsen. "Jonge artsen gaan liever aan de slag in provinciale ziekenhuizen, die aantrekkelijker lonen bieden." De kwaliteit van het onderwijs, de zorg en het wetenschappelijk onderzoek behouden, en tegelijk de nodige budgett aire besparingen doorvoeren: dat is de grote uitdaging voor de twee diensthoofden. "We moeten steeds meer doen met minder", geeft prof. Kornreich toe, ook al maakt hem dat niet minder ambitieus voor zijn dienst. "We werken momenteel aan verschillende programma’s in het dagziekenhuis: een programma voor de niet-medicamenteuze behandeling van depressie, een programma om patiënten met alcoholproblemen te motiveren om zich te laten behandelen, een 'traumakliniek' en een programma voor cognitieve remediëring met behulp van computerspelletjes, in de eerste plaats bestemd voor psychotische patiënten. Verder willen we in samenwerking met het UKZKF ook een pedopsychiatrische transitiegroep oprichten voor patiënten tussen de adolescentie en de volwassenheid. Een leeft ijdscategorie waarin heel wat psychiatrische aandoeningen ontstaan en die ietwat verwaarloosd wordt in de huidige behandelingsmodellen."
Hun grootste motivatie : menselijk contact en de patiënt
Om de talrijke uitdagingen aan te gaan die hun nieuwe verantwoordelijkheden als diensthoofd meebrengen, putt en dr. Karmali en prof. Kornreich uit één van de belangrijkste motivaties die hen ertoe hebben aangezet om arts te worden: contact met de mensen. Dr. Karmali wil de dienst laten groeien en verder uitbouwen via nieuwe activiteiten en technologieën. Toch blijft het belangrijkste: de patiënt altijd en overal centraal stellen. Wat prof. Kornreich vooral motiveert, is het contact met collega’s en patiënten: "Ik hou ervan om te discussiëren en ideeën en indrukken uit te wisselen", besluit hij.
Auteur : Émilie Pommereau
Bron : Osiris News
(nr
46, maart-mei 2017)