In het kader van de 100ste verjaardag van de ondertekening van de overeenkomst tussen de Stad Brussel en de architect Victor Horta voor de bouw van het Brugmann Ziekenhuis is het boek Van de kant van Brugmann. Een ziekenhuis in zijn eeuw in maart 2006 uitgegeven.
Op 27 juli 1906 besliste de Algemene Raad der Godshuizen en Hulpen van Brussel,
de verre voorloper van het huidige Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn,
Victor Horta de opdracht toe te vertrouwen plannen uit te werken voor de bouw
van het Brugmann Ziekenhuis en hem eveneens de leiding van de bijhorende
werkzaamheden toe te vertrouwen. Met de beroemdste Belgische architect nam
het te bouwen modelziekenhuis deel aan de wedijver tussen de grote steden die
aile hun lanen verbreedden, hun voorsteden uitbreidden en een modern openbaar
ziekenhuis bouwden. Dus... allemaal modernistische architectuur.
Deze heldere benadering was een antwoord op de erbarmelijke toestand van de
volksgezondheid. De helft van de bevolking (arbeiders, ambachtslieden
en boeren, allen dagloners zonder vast bestaan) leefde in ellende. Godshuizen
en ziekenhuizen waren verouderd en ongezond. Thuiszorg was door de heersende
armoede ontoereikend. Het ontstaan van het Brugmann Ziekenhuis viel binnen
het dramatische kader van algemene armoede en sociale ziekten, zoals :
tuberculose, syfilis en alcoholisme. Met de hedendaags kijk op de zaak
was de toen genomen beslissing een instelling in paviljoenvorm te bouwen
in de openlucht in een park van 18 hectare aan de rand van Brussel ongetwijfeld
een goed idee. Toch werd dat niet zo eenstemmig ervaren. De ontwerpers
hebben heel wat inertie moet overwinnen en hindernissen uit de weg ruimen.
In het begin was er de bereidwilligheid om een nieuw ziekenhuis te bouwen. De
bestelling ervan was mogelijk dank zij een gullegaat van de in 1900 overleden
weldoener Georges Brugmann. Dat legaat bedroeg tien miljoen Frank. Omgerekend
naar de huidige geldwaarde is dat ongeveer twee miljard en tweehonderd miljoen
Frank of meer dan vierenvijftig miljoen euro. De helft daarvan was voor de oprichting
van het Brugmann Ziekenhuis bestemd. Op 8 februari 1906 titelde de Brusselse
krant Le Soir : 'La question de l'hôpital résolue.' Het
'grote nieuws' werd uiterst nauwkeurig medegedeeld : '[elle] réjouira
tous ceux qui, depuis des années, se plaignent justement de l'organisation
lamentable de nos hôpitaux et spécialement de l'hôpital
Saint-Jean : (...) nous allons enfin être dotés d'un hôpital
modèle à Bruxelles.
Voici dans quelles conditions : On sait que dans le legs fait par feu Brugmann
figure une somme de cinq millions... '
Enkele jaren later, in 1920, als gevolg
van de Grote Oorlog, heeft een rampzalige devaluatie het Brugmann-legaat gedeeld
doar vijf. In de naoorlogse periode was ook de sociaal-politieke situatie veranderd.
Sommigen betreurden dat er geen arbeiders meer waren, alleen nog kleinburgers.
De arbeiders hadden zich massaal verenigd. Het kapitalisme gaf roe. De moderne
geneeskunde nam een hoge vlucht en door de verbeterde volksgezondheid bevorderde
ze ook het ontluiken van de middenstand en haar vraag naar een sociale zekerheid.
Het openbare ziekenhuis, dat oorspronkelijk bestemd was voor armen (in het bezit
van een kaan van behoeftige), werd stilaan opengesteld voor de hele bevolking
: loontrekkende leden van een onderlinge verzekeringsmaatschappij, burgers en
gegoeden. 'Hier worden ook betalende zieken opgenomen' maakte het Brugmann Ziekenhuis
bekend van bij zijn opening in 1923.
Na de Tweede Wereldoorlog zorgden de verplichte ziekteverzekering
en de buitengewone vooruitgang van de geneeskunde, gebaseerd op fundamenteel
en klinisch onderzoek en geavanceerd materieel voor welvarende ziekenhuizen.
De honorariamassa van de ziekenhuisartsen werd onderwerp van begerigheid.
De faculteiten geneeskunde van de vier, later zeven universiteiten van het
land, die sinds het midden van de negentiende eeuw partners waren van
de openbare ziekenhuizen, en sinds het ministeriële besluit van 1911
het monopolie bezaten van het plaatsen van hun studenten, gediplomeerden en
professoren in de openbare ziekenhuizen van hun stad, begonnen geleidelijk
te den ken aan het zich losmaken van hun openbare partner - en de politieke
onzekerheid - en richtten hun eigen ziekenhuis op. De medische teams van de
Brusselse universitaire openbare ziekenhuizen namen in de jaren zeventig actief
deel aan deze wending en aanloop naar een vooruitstrevende ziekenhuisinfrastructuur.
De eerste petroleumcrisis in 1973 maakte plotseling een einde aan deze euforie,
nog voor de programmering van deze ziekenhuizen voltooid was. Op de grasperken
van onze facultaire campussen stonden ineens magere koeien en het uitpurrende
gemarchandeer tussen de voorstanders van de gezondmaking van de openbare financies
en de verantwoordelijken van de onderrichtziekenhuizen stak weer de kop op.
In die kringloop moeten we verder onze visie uitdrukken op de openbare gezondheid.
Zij moet gebaseerd zijn op vooruitstrevende geneeskunde die in onze Brusselse
lekenziekenhuizen voor iedereen toegankelijk moet zijn.
Het werk Van
de kant van Brugmann. Een ziekenhuis in zijn eeuw toont in enkele uit
ontelbare voorbeelden aan hoe maatschappelijke betrokkenheid bij het overdenken
en het uitvoeren van grootscheepse, ja zelfs buitenissige initiatieven tot
buitengewone verwezenlijkingen kan leiden.
De veelvormige en ingewikkelde
Brugmannmicrokosmos onderhoudt een voortdurende wisselwerking met de haar
omringende beschaving. Daarom hangen architectuur, geneeskunde en maatschappij
zo nauw samen in deze verhalenbundel in de vorm van woordenboekrubrieken.
Elke getuigenis is een reconstructie. Dit boek getuigt van een nauwe band tussen
de huidige verantwoordelijken en de voorlopers van het Brugmann Ziekenhuis
met daarrond duizenden anonieme personen, beoefenaars van meer dan honderd
beroepen — verzorgers,
technische en administratieve krachten die voortaan bezig zijn op verschillende
campussen, site Victor Horta in Laken, Paul Brien in Schaarbeek
en René
Magritte in Jette —, die allen het voortbestaan, de hoge vlucht en het
succes van onze instelling hebben verzekerd.
Dr Daniel DÉSIR
Algemeen directeur UVC Brugmann
Bibliografische verwijzing : Czerwonogora (Arnold), Franckson (Marcel), Goslar (Michèle), Mélotte (Denis), Potvliege (Roland) e.a., Van de kant van Brugmann. Een ziekenhuis in zijn eeuw, onder leiding van D. Désir, Brussel, Ed. Ercée, 2006.