Vanaf
januari gaat het UVCB
een partnerschap aan met het
Militair
Hospitaal Koningin Astrid in Neder-Over-Heembeek,
om er een aantal bedden over
te brengen.
Het gaat niet om een fusie,
maar om een samenwerking
die feitelijk neerkomt op de
opening van een nieuwe site
voor het Brugmann-ziekenhuis:
de site Koningin Astrid. We
hadden daarover een gesprek
met geneesheer-kolonel Geert
Laire, directeur van het Militair
Hospitaal.
Wat is vandaag de rol van het Militair Hospitaal ?
Het Militair Hospitaal vervult drie missies.
In de eerste plaats ondersteunt het
de militaire operaties op het terrein door
gespecialiseerd personeel en medisch materiaal ter beschikking te stellen.
Dat
betekent dat we artsen en verpleegkundigen
uit het ziekenhuis kunnen meesturen
met de Belgische troepen, en dat overal
ter wereld. De tweede missie houdt verband
met de medische competenties van
het personeel. Onze medewerkers worden
namelijk regelmatig geëvalueerd, van de medische basisselectie van de kandidaten
tot de rekrutering, en dat tot
aan hun pensioen. Ten derde leveren we
met al het personeel en materiaal dat we
niet inzetten voor de eerste twee missies,
hulp aan de natie. Defensie wil namelijk
alle beschikbare medische en militaire
middelen ten dienste stellen van heel de
Belgische bevolking en op die manier de
band versterken tussen ons departement
en het land.
Zo zijn de meeste patiënten in het brandwondencentrum
en het hyperbare zuurstofcentrum
burgers.
De wereld en vooral dan de militaire wereld is enorm veranderd. In welke zin zijn de missies van het Militair Hospitaal geëvolueerd ?
Er hebben zich in de loop van de jaren
twee grondige veranderingen voorgedaan,
zowel in de burgerlijke geneeskunde,
die van bij het begin beoefend
wordt in het Militair Hospitaal, als in de
specifiek militaire geneeskunde. Door de
afschaffing van de verplichte legerdienst
is het aantal burgerpatiënten heel sterk gedaald, zozeer dat ons ziekenhuis
niet
langer over de 'kritische massa' beschikt
om nog alle specialisaties te kunnen
aanbieden. Zo hebben we geen opnamedienst
meer voor inwendige geneeskunde.
De uitdaging voor de militaire geneeskunde
is de toenemende specialisatie
van het personeel, zowel artsen als
verpleegkundigen. Die specialisatie is
wellicht een goede zaak voor een groot
ziekenhuis in de stad, maar doet problemen
rijzen op het terrein. Zo moet
een verpleegkundige in een plattelandsziekenhuis
vandaag een orthopedisch
chirurg kunnen helpen, morgen de
chirurg inwendige ziekten en overmorgen
assisteren bij een operatie onder
lokaal-regionale verdoving.
Die beide trends hebben het Militair
Hospitaal doen besluiten om een partnerschap
aan te gaan. Daarbij viel de
keuze op het UVC Brugmann, omdat
het een openbaar, bicommunautair (wat
belangrijk is voor Defensie, een nationale
instelling) ziekenhuis is dat dicht bij
Neder-over-Heembeek ligt, en omdat het
om een universitair ziekenhuis gaat. Het
Militair Hospitaal wil namelijk een kwaliteitspartner
om zijn uitmuntendheidspolen
te kunnen blijven ontwikkelen.
De bekendste pool is ongetwijfeld het Brandwondencentrum. Blijft dat centrum onveranderd ?
Eén van de doelstellingen van het partnerschap
met het Brugmann-ziekenhuis is
precies, ervoor zorgen dat het Brandwondencentrum
een uitmuntendheidspool
blijft en uitgroeit tot een Europees
referentieziekenhuis. De samenwerking
moet de medische ondersteuning van
het centrum verbeteren. Het Brandwondencentrum
blijft autonoom, maar als
we gespecialiseerd advies nodig hebben,
kunnen we een beroep doen op
een arts van het Brugmann-ziekenhuis.
In dat geval is er een samenwerking aan
het ziekbed van de patiënt. Er zijn ook
overeenkomsten over de keuze van de
meest geschikte opnamesite.
Hoe zal de samenwerking verlopen voor de revalidatieeenheid, die vroeger op de Magritte-site lag en nu verhuist naar de Koningin Astrid-site?
Ietwat op dezelfde manier als voor het
Brandwondencentrum.
De bedden die overgebracht worden
vanuit de Magritte-site, worden beheerd
door het Brugmann-ziekenhuis. Als
bepaalde Brugmann-patiënten de infrastructuur nodig hebben die gebruikt
wordt door artsen van het Militair Hospitaal,
zullen legerartsen het gebruik ervan
coördineren, omdat ze het materiaal
goed kennen. Beide ziekenhuizen zullen
voortaan ook samenwerken voor de
wachtdiensten. We streven hoe dan ook
naar een soepele werking.
Gemeenschappelijk belang en goede wil
staan centraal in de onderhandelingen.
Defensie zou zo veel mogelijk de bestaande
ziekenhuisinfrastructuur willen
gebruiken voor ziekenhuisactiviteiten
en wil samen met een aantal partners
een referentiecentrum uitbouwen voor
revalidatie.
Verloopt de dialoog tussen
een overheidsinstelling en
een militaire instelling niet
moeilijker dan tussen twee
organisaties die dezelfde
institutionele logica hanteren ?
Dat denk ik niet… Het Militair Hospitaal staat immers per defi nitie al heel dicht bij en heel open voor de burgermaatschappij. Zijn werking en zijn zorgstandaarden dichter doen aanleunen bij die van de burgerziekenhuizen is trouwens al lang één van onze ambities. Het verschil tussen burgerziekenhuizen en militaire ziekenhuizen schuilt immers in het specifieke karakter van hun opdrachten, niet in de zorgkwaliteit.
Zijn er nog andere akkoorden gepland met Brusselse ziekenhuizen ?
Ja, en wel zo snel mogelijk. Momenteel
zijn er onderhandelingen aan de gang
met het Centrum voor Traumatologie en
Revalidatie (CTR), om te evolueren naar
een referentiecentrum voor revalidatie.
We hebben ook contacten gehad met de
FOD Volksgezondheid en met het UVC
Sint-Pieters, voor de behandeling van
besmettelijke en zeer besmettelijke ziekten,
een domein waarin de expertise van
het Sint-Pietersziekenhuis alom erkend
wordt, maar dat ook militaire geneeskunde
omvat. De komende maanden
moet er verder schot komen in het dossier.
Het is daarbij in de eerste plaats de
bedoeling dat het Militair Hospitaal zijn
plaats vindt naast de andere entiteiten
van het Brusselse Gewest, en een duidelijk
mandaat krijgt. Tijdens de lopende
onderhandelingen bakenen we heel
geleidelijk de taken van de diverse actoren
af, om op die manier een harmonieuze
relatie te ontwikkelen tussen alle
partijen.
Auteur : Marion Garteiser
Bron : Osiris News (nr
7, december 2006-februari 2007)