De kapel is een complex gebouw met twee functies. Op de bovenverdieping diende de eigenlijke kapel voor de begrafenisdiensten. Op de benedenverdieping waren het mortuarium en de autopsiekamer van de dienst anatomo-pathologie ondergebracht, twee totaal verschillende eenheden. Aan de ene kant een voor het publiek en aan de andere kant een voor het ziekenhuis. Van op straat ziet het publiek aIleen maar het majestueuze voorplein en de monumentale voorgevel van de kapel. Aan de andere kant kijkt het ziekenhuispersoneel op een architectuur die volledig in overeenstemming is met de functionele eisen ervan en die is opgetrokken condom de liftkoker. Het interieur van de kapel is merkwaardig met zijn rechthoekige hoofdbeuk en zijn twee drielobbige absissen. Een deel van de ruimte is ingewijd voor de katholieke eredienst. Het andere gedeelte is voorbehouden aan lekenceremonies en beschikt over een aparte ingang. Een metaIen kamerscherm scheidt beide zones van elkaar. Op de schermen zijn twee smeedijzeren fakkels aangebracht, de enige art-nouveauversiering in heel het ziekenhuis.
In 2005 werd de kapel een geklasseerd monument van het Brusselse Gewest.
In de jaren zeventig werd besloten de Hortakapel plaats te doen ruimen voor de bouw van het kinderziekenhuis, een gemeenschappelijk project van de universiteiten ULB en VUB. Tegen dat besluit en voor de redding van de kapel volgde een perscampagne. Uiteindelijk werd de kapel nog onverwachts gered. De VUB trok zich uit het project terug waardoor de omvang van het op te richten gebouw de helft kleiner werd. De kapel is gered, maar ze is wel van de rest van de Hortacampus afgesneden. Het Kinderziekenhuis bevindt zich overdwars de laan die voor de verbinding zorgt. Een geoefend oog onrwaart in de glooiing voor de dienstingang van het Kinderziekenhuis nog een spoor van deze weg. Dat detail maakt van nu af aan deel uit van de archeologie. De restauratie van de kapel sluit meteen het herstel in van het uiteinde van deze weg in de achtertuin van de kapel.
De dienst anatomo-pathologie verliet geleidelijk, samen met het mortuarium, de benedenverdieping van het kapelgebouw. Aan het begin van de jaren tachtig was die verhuizing voltooid. De kapel op de bovenverdieping deed jaren dienst als parochiekapel voor de omwonenden van het ziekenhuis en als bureau voor de aalmoezenier. Na restauratie en renovatie is de kapel een modern conferentiecentrum geworden.
De bovenverdieping werd in drie volumes verdeeld. Elke absis werd een conferentiezaal. De hoofdbeuk dient als foyer. Om de drie volumes van elkaar te scheiden en toch de indruk van eenheid te bewaren, koos men, na moeizaam onderhandelen met Monumenten en Landschappen, voor de installatie van akoestische schuifdeuren.
Op de benedenverdieping werden de vroegere snijzalen en andere kamers eveneens als conferentiezalen ingericht. Wel is er een bijkomende trap geplaatst en wordt de oude 'monte-corps' nu als lift gebruikt.
Bron : Czerwonogora A., Franckson M., Goslar M. e.a., Van de kant van Brugmann. Een ziekenhuis in zijn eeuw, onder leiding van D. Désir, Brussel, Ed. Ercée, 2006.
Zie nieuws over de Hortakapel of meer informatie over de geschiedenis van het UVC Brugmann.